Soms vind je plots het pronkstuk waar je op gehoopt had, een andere keer zoek je een half uur en vind je dan pas waar je naar zocht. Een avontuur is het in ieder geval en we doen het steeds vaker: shoppen in een kringloopwinkel.
Waar we vroeger nog huiverig waren om naar binnen te stappen, zijn we dat nu steeds minder vaak. Sterker nog, er wordt steeds meer kleding gekocht in die zaken. En waar vraag is, komt aanbod: de winkels verschijnen steeds vaker in het straatbeeld.
Meer kringloopwinkels en omzet
Dat blijkt ook wel uit cijfers van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN). Dat is een overkoepelende organisatie voor sociale kringloopwinkels. Dat wil zeggen: winkels zonder winstoogmerk. Daarvan heeft BKN er zo’n 200, waarmee ze een groot deel van de Nederlandse kringloopwinkels beslaat. Vorig jaar nam het aantal geregistreerde kringloopbedrijven voor de vierde keer op rij toe met 7 procent. Ook steeg de gemiddelde omzet, dit keer met 4 procent tot ruim honderd miljoen euro.
Dat kringloopwinkels het zo goed doen in Nederland heeft volgens Leonie Reinders, directeur van BKN, te maken met twee dingen: „Aan de ene kant die je dat het imago van kringloopwinkels enorm verbeterd is. Daar hebben we ook jaren hard voor moeten werken en dat werpt nu zijn vruchten af. Aan de andere kant merk je dat mensen zich steeds bewuster worden van het milieu en de duurzaamheid van kleding. Men vindt het steeds belangrijker om daar goed mee om te gaan en dus gaan ze naar een kringloopwinkel. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon erg leuk om in zo’n zaak te snuffelen.”
Bijzonder
Een avontuur, zo noemt Megan Visscher – „De helft van de kleding die ik draag komt uit de kringloop.” – uit Utrecht het shoppen in een kringloopzaak ook. Toen ze vijf jaar geleden op kamers ging, ontdekte de studente de vele tweedehandszaken in Utrecht en Amsterdam. Sindsdien loopt ze vaak even een winkel binnen. Visscher: „Je moet soms goed zoeken. De kleding is uniek en anders dan de standaard kleding van grote ketens. Leuker vaak. Soms proberen de grote merken de tweedehands look ook na te maken, daar moet ik wel om lachen altijd.”
„En als je naar de goede plekken gaat is het ook goedkoper”, vervolgt de Utrechtse die overigens bijzonder trots is op haar oversized spijkerjack die ze in Londen opduikelde. „Kilo sales en bijvoorbeeld de markt op Waterlooplein zijn de plekken waar je goedkope en leuke kleding kunt vinden.” Naast dat ze fan is van de kleding, vind ze het duurzame aspect ook belangrijk: „Ik vind het een fijn idee dat er geen kind in India voor heeft hoeven lijden. Bovendien is het grappig dat je kleding al een leven heeft gehad voor jou.”
Tweedehands
Omdat de kleding al een ander leven heeft gehad, is kiezen voor gebruikte kleding ook meteen een heel milieubewuste keuze, benadrukt Reinders. „Voor een nieuwe spijkerbroek is 1000 liter water nodig. Voor een tweedehandsspijkerbroek nog niet eens een procent. Dat is een enorm verschil. Daarvoor willen steeds meer mensen wel winkelen in een kringloopwinkel.”
„Veel zaken zijn ook echt moderner geworden”, vervolgt ze. „Daar is veel tijd in gestoken de laatste jaren: het hipper en moderner maken van onze shops. Dat trekt mensen meer aan.”
De hogere bezoekersaantallen zorgen ook voor meer werk. Net als de aantrekkende economie doet; we kopen meer en brengen dus ook meer kleding weg. Reinders: „We komen handen tekort. Het volgende punt op de agenda is dan ook het zoeken naar personeel. We werken met duizenden vrijwilligers maar ook mensen op contract. Dat zijn veelal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die wel willen werken maar niets kunnen vinden. Maar helaas kunnen zij ons ook niet meer vinden en hebben veel filialen te kampen met een personeelstekort. Dat is nu een van onze speerpunten.”
Minder verspilling
Meer personeel is ook wel nodig want Reinders verwacht dat het de komende jaren ook erg goed blijft gaan met de kringloopwinkels in Nederland. Jong en oud en arm en rijk weet de zaken nu te vinden. Dat terwijl kringloopwinkels in eerste instantie op de markt kwamen om de armere bevolkingsgroep een helpende hand te bieden. Eten de rijken nu het brood van het bordje van de armen? „Nee, de rol van kringloopwinkels is namelijk veranderd”, zegt Reinders. „In de jaren tachtig en negentig hadden kringloopwinkels zeker de functie van het ontzien van de armere bevolkingsgroep in Nederland. Nu gaat het ook vooral om duurzaam zijn. Bovendien zijn er ondertussen veel meer initiatieven om de armeren van Nederland te helpen, dan er toentertijd waren. In principe zou iedereen kleding moeten kopen bij kringloopzaken. Je verkleint je voetafdruk aanzienlijk. Men zegt ook wel eens dat we in de toekomst alleen nog maar gebruikte kleding gaan dragen, hè?”